Eigenlijk is Jack Sullivan (13, ik-persoon) een weeskind, opgegroeid in pleeggezinnen en zwervend van verhuizing naar verhuizing. Tot het stadje waar hij nu woont, wordt bevolkt door zombies, monsters en dozers (hele grote monsters), waarvan Blarg de gruwelijkste is. Jack houdt wel van uitdaging en neemt het samen met Quint, later bijgestaan door Dirk en June, op tegen de monsters. Hij wil voorkomen dat ‘de prinses die hij wil redden’, June Del Toro, in handen valt van de monsters en dat maakt hem vindingrijk en buitengewoon moedig. Een avontuur volgt dat lijkt op een verhaal, videogame, comicstrip in één, met aan het eind een verwoestende clash. Tijdens het lezen kom je ogen en oren tekort. Levendige bladspiegel met hier en daar grote lettertypes. De geniale zwart-witte stripachtige illustraties (op vrijwel elke pagina één) met ballonteksten vormen de gierende motor van dit eerste deel. Vrij dik leesboek, met een humoristisch, wervelend, spannend, heerlijk geschreven en geïllustreerd verhaal dat hopelijk goed afloopt (zoals echte helden betaamt). Inmiddels ook verschenen als Netflixserie. Vanaf ca. 10 jaar, ook voor iets oudere moeizame lezers.