Alles draait in dit boek om de grote machines en vrachtwagens met hun berijders. Allemaal hebben ze de hele dag hard gewerkt, zoals de getatoeëerde olifant Oli-tatto op zijn betonwagen en de vier zusjes Vaalgier op hun vuilniswagen. Maar dan gaan ze stuk voor stuk op weg naar de feestlocatie voor 'het feest van het jaar'. De dieren ontspannen door te feesten. Daarna, als het donker is en iedereen slaapt, is het tijd voor de machines om een feestje te bouwen. In het begin is het verhaal vooral een opsomming van de machines en hun bestuurders, pas later blijken ze allemaal naar hetzelfde feest te gaan. De tekst (twee regels per pagina) op rijm bevat veel alliteratie en is leerzaam omdat er dieren in veel onbekende dieren in voorkomen, zoals de manenwolf, okapi en capibara. Deze diersoorten belemmeren echter wel de vaart van het verhaal. De kleurrijke tekeningen zijn duidelijk en stellen de machine centraal. Omdat ook de naam van de machine in de tekst voorkomt, wordt het voertuig geduid. De illustraties hebben soms een witte achtergrond zodat de machine goed opvalt, soms zijn ze helemaal ingekleurd. Net als de tekst, bevatten de illustraties humor; er vinden allerlei grappige incidenten plaats. Bijzonder geschikt voor jongens. Vanaf ca. 3 jaar. Verberg tekst

De dieren in dit boek zijn echt allemaal harde werkers en ze kunnen bovendien een grote machine besturen. Oli-tattoo rijdt rond met een betonwagen, Zoë giraffe heeft een aardappeltruck, de zusjes Vaalgier zijn op weg met hun vuilwagen en Cor Capibara is meester van de maaidorsmachine. Verder zijn er nog manenwolf Mats met zijn hoogtewerker, Nooie de neushoorn als shovelmachinist en Poeha de pauw met een oplegger vol nieuwe auto’s. Brilbeer en Lipbeer besturen elk een trekker en Oi, de okapi, zit hoog in een kraan. Bokboy heeft een bulldozer en Koalaatje een grasmaaier. Allemaal rijden ze na werktijd met hun machine naar het jaarlijkse feest, ook Dikdik de dikdik met zijn pletwals en kraanvogel Klara met haar kiepauto. Op dat feest wordt gedanst en gedronken, geschranst en geschreeuwd. Er wordt gepraat en gepronkt. Totdat iedereen geeuwt. Wanneer alles stil is en iedereen slaapt, gaan de koplampen van de machines aan. Dan is het hun beurt om te feesten! Dit originele verhaal is van Edward van de Vendel. Hij schreef op elke pagina twee vrolijke rijmregels. Liesbeth de Stercke zorgde voor kleurrijke prenten. Voor de illustratrice is dit haar eerste prentenboek, meteen een knap debuut!

Verberg tekst